De geschiedenis van de familie Hellwig bestrijkt ruim 400 jaar. Om U een goed beeld te geven van de tijd, waarin onze voorvaders leefden, vindt U aan de linkerzijde een kolom met een tijdspiegel. Hierin behandelen wij kort de wereldgeschiedenis. Verder vindt U in deze kolom nog een korte bespreking van de maatschappelijke situatie. Uiteraard vindt U in de brede rechtse kolom de geschiedenis van de Familie Hellwig, geschreven en getekend met diverse illustraties. Deze stamboom kwam mede tot stand, dankzij de voortreffelijke medewerking van Dolf Hellwig.
Tekst en illustraties: Math en Marco Hellwig.
' Korte maatschappelijke bespreking:
In de loop der eeuwen heeft de mens steeds meer greep gekregen op de hem omringende natuur. Dat proces verliep eerst moeizaam en geleidelijk, maar kreeg in onze tijd een ongekende snelheid. In het begin was de mens voedselverzamelaar en jager, daarna kweekte hij zelf het voedsel en oefende veeteelt uit. Van ambachtsman kwam hij tot ingenieur en nu construeert hij zelfs computers die hersenwerk overnemen.
Naarmate landbouw, veeteelt, handel en industrie zich ontwikkelden nam de ongelijkheid in bezit tussen de mensen toe. In onze tijd hebben socialisme en communisme het produktiesysteem sterk gewijzigd en de verschillen tussen rijk en
arm gedeeltelijk verkleind. Maar de strijd tussen kapitaal en arbeid gaat nog steeds voort.
Door de tijden heen loopt een zogenaamde heersende moraal. Dat is de dan heersende en algemene opvatting over goed en kwaad. Deze heersende moraal past zich steeds aan. Vroeger gold steeds dat de ouders een sterke macht over hun kinderen uitoefenden. Ze beslisten onder andere wie hun huwelijkspartner werd en wanneer zij mochten huwen. Geslachtverkeer voor het huwelijk was een grote schande en huwelijksscheiding was een vergrijp tegen de goede zeden. Gedurende het hele leven speelden deze "vergrijpen" een rol.
Het was ook heel normaal dat de blanken heersten over allerlei gekleurden en hen economisch exploiteerden. Over de emancipatie van vrouwen is al niet veel beters te melden. Wat niet koken, bakken, wassen, breien en naaien heet, voegt haar niet. Krotten, werkdagen van 14 uur, lonen waarvan men maar net kon leven en het armhuis op de oude dag, was "goed genoeg" voor de arbeiders. Sommigen vonden dat zelfs een beschikking Gods.
Ieder weet nu wel hoe dit
dat zijn moeder woonachtig aan de Capucijnenstraat op 87-jarige leeftijd om 9 uur s' morgens is overleden. Er wordt een akte opgemaakt, waaruit blijkt dat Bimbergen niet kan schrijven. Een veel voorkomend euvel in die tijd.
Vijf jaar later staat Johannes jr. opnieuw op de trappen van het stadhuis, want op 65-jarige leeftijd is de gepensionneerde oudsoldaat op vrijersvoeten gegaan. Op 29 maart 1810 treedt hij in het huwelijk met de 43-jarige kamerverhuurster Marie Allen. Th. Donné is getuige. Zei zijn waarschijnlijk na hun huwelijksvoltrekking met de Fransen meegetrokken, want we raken hun spoor bijster. Overlijdensdata van beide zijn onbekend. Wel weten we dat ze niet in Maastricht zijn begraven. Vermoedelijk is Johannes in 1820 overleden.
Met het gezin van Catharina Rachel Cageling, die zich met huisnijverheid in haar woning aan de Grachtstraat no. 1486 in leven houdt, zal het in de Franse Tijd zowel zijn gangetje zijn gegaan. Van de oudste dochter Joanna Louisa geen spoor, maar des te meer van Regina, Catharina's tweede dochter. Regina is in deze tijd werkzaam als prostituee. Als gevolg van haar werkzaamheden bevalt zij op 19 januari 1814 van Marie-Charlotte. De vader is onbekend. Wel menen we te weten dat het kind is verwekt in het huis van Regina's moeder. De dag erna melden Anne-Marie Groenwalt, de vroedvrouw en de 31-jarige korporaal Lambert Duward, is hij de vader?, de geboorte op het stadhuis. De 47-jarige steenhouwer Charles Bara begeleidt het tweetal.
Het "kind van de zonde" leeft echter niet lang. Reeds op 7 september 1814, 17 dagen voordat de Prins van Oranje Maastricht bezoekt, sterft Marie-Charlotte. Vermoedelijk aan tyfus.
Toch heeft Regina haar les nog niet geleerd. Op 19 september 1828 schenkt de natuur haar weer een kind. Ze noemt hem Johannes en omdat de vader wederom onbekend is heet hij ook Hellwig. Een nieuwe stamhouder. Regina, inmiddels arbeidster met licht zedelijke bijverdiensten, woont nu aan de Grachtstraat no. 1481. Regina moet in deze tijd voor veel opschudding in de familie gezorgd hebben. Want een 43-jarige vrouw die in deze tijd
tot tweemaal toe een kind van de natuur kreeg, was onmogelijk. Dat ze onder die druk geleden zal hebben moge duidelijk zijn, want op 18 november 1833 laat ze inmiddels werkloos
de geest aan de Abtstraat. Twee oude mannen, 68 en 72 jaar oud, melden het overlijden een
dag later aan de schepenen. Van de dan 5-jarige Johannes helaas geen spoor.
Op 5 mei 1833 overlijdt Regina's tante Joanna, die gehuwd was met Georg Blum. Joanna was in 1833 al enige tijd weduwe. Haar laatste levensdagen woonde ze in bij de 41-jarige kramer Hendrik Wassum. Hij woonde Langs de Maas op nummer 1796.